Alle artikelen
Nieuws, inspiratie, handige tips en klantverhalen.
Vakgebieden
Artikelen
-
“Ik vind het leuk om tot de kern van het probleem te komen”
Manon de Lange staat klanten te woord bij woningcorporatie Mercatus. Ze krijgt de meest uiteenlopende meldingen binnen, waaronder ook zaken die gerepareerd moeten. “Doorvragen naar de kern van het probleem kan al veel schelen. Ik kan door de training “Medewerker reparatieverzoeken” nu beter inschatten of, en welke actie nodig is”, zegt ze. Ook in de Noordoostpolder, waar Mercatus zijn ruim 4500 wooneenheden beheert, gaat er uiteraard wel eens iets kapot. Bij Manon komen die huurderstelefoontjes binnen. Ze vindt het leuk werk. “Eerder werkte ik voor een commercieel bedrijf. Ik vind het fijn dat die druk er nu een beetje af is, het werkt wat vrijer vind ik. Mercatus is bovendien een hele leuke, informele organisatie met korte lijntjes.” Wist jij veel van schimmel en cv-installaties voordat je bij Mercatus ging werken? “Nee, we hebben wel onlangs privé een woning laten bouwen, dus dan krijg je er wel iets meer mee te maken. Maar echt diepgaande kennis had ik er niet van. Bovendien is onze woning gasloos.” Wat voor meldingen krijg je zoal binnen? “Het varieert. Het gaat van schimmel op de muren tot een slot dat vervangen moet worden. Of problemen met cv-installaties, ventilatie et cetera. Ik probeer zo goed mogelijk in te schatten wat er aan de hand is en zet de melding dan door naar de reparatieafdeling die een afspraak kan inboeken met de huurder. Het is de bedoeling dat ik dat in de toekomst zelf kan doen, maar zo ver zijn we nog niet.” Waarom heb je de training gevolgd? “Vanwege het doorvragen. Veel huurders hebben de kennis niet van een probleem dat ze melden. Als ik die wel heb kan ik gericht doorvragen om zo de beste oplossing te zoeken. Neem bijvoorbeeld een lek. Dan kan ik vragen waar het lekt, het expansievat of is er een kraan kapot? Of stel dat de cv niet werkt of iemand krijg geen warm water, dan vraag ik of er ergens een kraan lekt waardoor de verwarming niet meer werkt. Het is een kwestie van de juiste hokjes afvinken en zo de oorzaak te vinden. Dat is leuk en ik heb er veel van geleerd. Tijdens de training kregen we ook te zien hoe bepaalde zaken eruit zien, zoals een muurkraantje. Dat helpt ook als je iemand aan de telefoon hebt.” Wat heb je nog meer geleerd behalve doorvragen? “Hoe basisinstallaties werken, zoals een cv of warmtewisselaar. En dingen over zonnepanelen, ventilatie en schimmel. Ik kan nu ook gerichte tips geven over verschillende zaken om te voorkomen dat er bijvoorbeeld schimmel ontstaat.” Doe je nu ook dingen anders in je werk? “Omdat ik nu meer kennis heb, kan ik gerichter te werk gaan. En als we straks de mogelijkheid hebben om met de huurder aan de telefoon een afspraak in te boeken, gaat het veel sneller. En de huurder is daarmee dus ook tevredener.” Zelf ook uw vakkennis vergroten? De training ‘Medewerker reparatieverzoeken’ biedt een stevige kennismaking met en een verdieping in bouwkunde en installatietechniek. Het zet de belangrijkste problemen bij het aannemen van een reparatieverzoek op een rij. Het resultaat? Efficiënt en effectief reageren op een reparatieverzoek, een klacht of een vraag. Communicatie en de bouwkundige kennis geïntegreerd! Bekijk het programma en de data.
Lees meer16 juli 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Overlast: Zoeken naar zaken die niet in de haak zijn
“Ik heb een signalerende functie waarbij ik de schakel ben tussen bewoners en corporatie en andersom. Tijdens mijn werk zie en hoor ik van alles en als het nodig is maak ik daar melding van. Overlast is een thema dat steeds vaker speelt, dus daar moeten we als corporatie alert op zijn.” Overlast, broeinestjes, dealen of ondermijning Eddy Hankamp is wijkhuismeester bij Vechtdal Wonen in Ommen. Hij volgde de training “Herkennen en signaleren van ondermijning”. Zijn werk speelt zich veelal af in complexen en in de wijk om contact te hebben met de bewoners. Eddy heeft daarbij een scherp oog voor zaken die niet in de haak zijn. “Overlast, kleine broeinestjes noem ik het altijd maar. Dealen ook, of ondermijning. Maar ik probeer ook te zien of mensen in een sociaal isolement zitten. Ik zie al snel of er iets niet klopt. Ik werk veel vanuit mijn gevoel. Het is fijn om een situatie al in beeld te hebben voordat er een melding over komt van bewoners. Dan heb ik het gevoel dat ik mijn werk goed gedaan heb.” Kom je overlast veel tegen in je werk? “Nee gelukkig niet heel veel. Je hoort wel veel verhalen in het nieuws over chemische labs in woonwijken en hennepkwekerijen op zolders. Dat gebeurt wel eens, maar niet op grote schaal.” Waarom heb je dan toch die training gevolgd als je het niet veel ziet? “Pure nieuwsgierigheid. En je neemt er altijd wel wat van mee. Echte ondermijning hoort eigenlijk bij de wijkconsulent maar ik wil wel graag weten hoe ik moet handelen als ik het in de praktijk zie. En soms overlapt het ook een beetje zodat ik zelf ook actie moet ondernemen. Ondermijning is bovendien een gevaar voor corporaties. Allereerst heeft het nadelige effecten op de leefbaarheid van een wijk wanneer er bijvoorbeeld gedeald wordt, ergens een vuurwerkopslag of een hennepkwekerij zit. Er komen drommen louche figuren op af die ook allemaal weer hun effect hebben op de rest van de wijk. Dat wil je voor zijn.” Waar liggen kansen om ondermijning te bestrijden? “De sleutel ligt bij samenwerking. Niet alleen met de wijkconsulent of wijkagent maar meer met de bewoners. Die organiseren zichzelf ook vaak in commissies of buurtverenigingen en zoeken zo de samenwerking met de corporatie op. Ik merk dat ik de meeste mensen wel weet te enthousiasmeren om ook een oogje in het zeil te houden en zo op tijd zaken te signaleren. Samen zien je immers meer dan alleen.” Wat is het belangrijkste dat je geleerd hebt? “Nou dat dus, dat je samen meer ziet dan alleen. Mensen in de wijk voelen snel als er iets niet pluis is. Het is handig als je dan een lijntje hebt met deze bewoners, zodat ze zich ook prettig voelen om ons te informeren. Verder vond ik de opzet van de training erg leuk. De docent was criminoloog en kon veel vertellen over zijn eigen vak, maar bood ook een luisterend oor voor de problemen van de deelnemers. Er was veel gelegenheid om ervaringen te delen en te kijken waar andere corporaties mee zitten. Want de problematiek wordt wel steeds groter, door het hele land heen is dat te zien. Het is dus goed dat deze training er is.” Zelf ook uw kennis vergroten? Welke vormen van ondermijning bestaan er? Hoe kunt u deze herkennen? Tijdens de training ‘Herkenne en signaleren van ondermijning’ komen deze vragen uitgebreid aan de orde. U leert ook hoe u kunt signaleren, wat u zelf preventief kunt doen en hoe u ondermijning op een zorgvuldige en veilige wijze kunt melden. Bekijk het programma en de data.
Lees meer11 juli 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
“Meer informatie over duurzame toepassingen helpt huurders”
Elloïse Plagge-Janssen van Thius in Tiel volgde de training Duurzaamheid in de praktijk. Ze startte in april 2022 als medewerker reparatieverzoeken en is intussen doorgegroeid naar projectmedewerker verduurzaming waarbij ze vooral focust op bewonerscommunicatie. De training heeft haar onder andere geholpen om beter te overleggen met bewoners. Thius zet de nodige stappen op duurzaamheidsgebied. “We zijn momenteel bezig met een groot project waarbij hybride warmtepompen worden geplaatst. Ik ga met de monteurs de vooropname doen, we gaan dan bij mensen thuis langs. En drie maanden na de plaatsing ga ik nogmaals langs om te vragen hoe het gegaan is, en uitleg te geven over hoe de apparaten precies werken.” Met wat voor vragen komen mensen over duurzaamheid? “Net als bij de warmtepompen gaat het vaak over hoe iets precies werkt. Huurders hebben te maken met oude toestellen die worden vervangen door een nieuwe techniek. Verwarming en ventileren werkt tegenwoordig bijvoorbeeld anders dan twintig jaar geleden. Mensen zetten na plaatsing van een warmtepomp bijvoorbeeld ‘s avonds en ’s nachts de verwarming nog wel eens acht graden terug maar dat is juist niet de bedoeling. Met een warmtepomp kun je gewoon dezelfde temperatuur aanhouden, overdag en ’s nachts, met een maximale afwijking van twee graden. Maar mensen vragen ook simpelweg waarom we niet meteen honderd procent overgaan op all electric. Terechte vragen allemaal, en ik leg ze graag uit hoe het zit. Dat woningen eerst verregaand aangepast moeten worden voordat we all electric kunnen gaan.” Je moet veel informatie geven. Was dat de reden om de training te gaan volgen? “Ja eigenlijk wel. Ik kwam in het team Verduurzaming terecht en vroeg me af wat dat nou precies inhield. Als je het zelf niet snapt, kun je het een ander ook niet uitleggen. Dus vandaar mijn deelname aan de training. Maar ik wilde ook leren hoe ik kan omgaan met bepaald gedrag dat ik tegenkom. Niet iedereen staat immers te springen om grote ingrepen in zijn woning die hij of zij niet kan overzien of het nut niet van ziet. Ik wil dan kunnen kijken waar de weerstand precies zit en die proberen weg te nemen. Achteraf zijn mensen dan heel blij dat ik het op die manier heb aangepakt. Maar ook dat stukje informeren over nieuwe technieken valt onder gedrag. Ik probeer het oude stookgedrag te veranderen. Dat is af en toe best lastig want mensen hebben het al jaren lang op de oude manier gedaan.” Wat zijn de belangrijkste inzichten? “Die gedragsverandering, maar ook de communicatie met de bewoners. Dat je samen een plan maakt en hoe je dat precies aanpakt. Het feit dat we met meerdere corporaties in de training zaten, heeft ook geholpen. Zo waren andere deelnemers bijvoorbeeld verbaasd over het feit dat wij, na het plaatsen van warmtepompen, bij huurders langsgaan. Daar hadden zij nog niet aan gedacht maar ze vonden dat wel een heel goed plan. Zo leer je ook nog eens van elkaar. En ik vond het technische deel ook heel interessant. Het was leuk om uitgebreide uitleg over ventilatie en zonnepanelen te krijgen.” Heeft de training je gedrag veranderd richting huurders? “Ja, ik had eerder snel mijn mening klaar. Nu geef ik de bewoners meer ruimte om hun zegje te doen. Ik merk dat zij het fijn vinden om hun zegje te doen, ook al komt er niet altijd iets nieuws uit. Maar het feit dat zij het gevoel hebben dat ze hun ei kwijt kunnen, werkt voor hen al positief. Voordeel daarvan is dat de samenwerking soepeler verloopt.” Zelf ook uw kennis vergroten over duurzaamheid? Tijdens de opleiding Duurzaamheid in de praktijk leert u meer over wat dit onderwerp inhoud. U bent op de hoogte van actueel (technische) ontwikkelingen en de (on)mogelijkheden. Ook kent u de voor- en nadelen van diverse maatregelen rondom duurzaamheid. Kortom u weet hoe u met bewoners in gesprek kunt gaan over duurzaamheidsprojecten.
Lees meer3 juli 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Een (te) warme woning in de zomerperiode. Een gebrek of niet?
Op 30 juni 2023 oordeelde de kantonrechter over een zaak van een huurder die klaagde over extreme hitte in zijn woning. Ondanks zonwering was het binnen 27 graden. Wat zijn hierin de rechten en plichten van de verhuurder? En welke van de huurder? Welke consequenties heeft deze situatie gehad op de huur? In dit praktijkvoorbeeld zetten we het uiteen. Uitspraak 30 juni 2023 (ECLI:NL:RBGEL:2023:3403) De feiten In deze zaak heeft de huurder bij zijn verhuurder gemeld dat het – volgens hem – veel te warm wordt in zijn woning. Zo meldt hij in april 2019 het volgende aan zijn verhuurder: “(…)Het is 20 april half twee in de middag en nog lang geen zomer, maar aan de zon te zien, lijkt het daar wel op. (…)De gordijnen en de zonwering binnen zijn vanaf vanmorgen gesloten, tot de zon weg is. In de huiskamer is het op dit moment 27 graden. Dit is een aanslag op mijn welbevinden! Het is veel warm om normaal te functioneren! (…)” Tip: blijft op de hoogte van de laatste wijzigingen in wet en regelgeving met de snelle opfriscursus Huurrecht Oververhitting van de woning In diezelfde e-mail verzoekt hij zijn verhuurder – kort gezegd – om maatregelen te nemen. Ook laat de huurder een onderzoek uitvoeren in zijn woning naar het binnenklimaat door het Bureau voor Bouwpathologie. De conclusie van het onderzoek is dat er in het voorjaar en de zomer sprake is van ernstige oververhitting. Deze oververhitting wordt veroorzaakt door grote raamoppervlakten in combinatie met afwezigheid van mogelijkheden om de woning te koelen of om zoninstraling te weren uit de woning. De verhuurder ging echter niet over tot het nemen van maatregelen om de woning te koelen, zoals het plaatsen van zonwering, omdat de woning zou zijn gebouwd in overeenstemming met de destijds geldende bouwtechnische normen en de VvE akkoord zou moeten gaan met het plaatsen van zonwering. De huurder liet het hier niet bij zitten en is een procedure gestart tegen de verhuurder waarin hij – onder meer – vordert dat zijn verhuurder wordt verplicht om het gebrek te verhelpen en de huurprijs wordt verminderd tot 40% van de geldende huurprijs. Wat vindt de kantonrechter? De kantonrechter stelt voorop dat handelen conform het destijds geldende Bouwbesluit niet betekent dat er geen sprake kan zijn van een gebrek. Dit moet namelijk worden bepaald aan de hand van het wettelijk criterium van artikel 7:204 lid 2 BW. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een gebrek, omdat de huurder voldoende heeft onderbouwd dat in het voorjaar en de zomer sprake is van ernstige oververhitting en de verhuurder dit onvoldoende heeft weersproken. Zo is er door de verhuurder (bijvoorbeeld) geen tegenonderzoek uitgevoerd. Ook aan het standpunt van de verhuurder dat de temperatuurstijging aan de huurder zelf te wijten is door niet de juiste maatregelen te nemen, gaat de kantonrechter voorbij nu duidelijk uit het onderzoek is gebleken dat er geen mogelijkheden zijn om de woning te koelen en zoninstraling te weren. De verhuurder wordt dus veroordeeld om het gebrek te verhelpen. Omdat de woning niet het gehele jaar te warm is en het gebrek niet het gehele gehuurde betreft (de huurder huurt ook een parkeerplaats en een berging), oordeelt de kantonrechter dat een vermindering van de huurprijs met 10% gerechtvaardigd is. Uitkomsten erg afhankelijk van omstandigheden Overigens oordeelde een kantonrechter van dezelfde rechtbank in 2022 in een soortgelijke zaak dat geen sprake was van een gebrek. Dit had met name te maken met het bewijs dat door de huurder werd geleverd om de stelling dat sprake was van een gebrek te onderbouwen. De huurder had namelijk alleen een overzicht aangeleverd waaruit de temperatuur in de woning van slechts 10 (zomer)dagen bleek. Ook was gebruik gemaakt van een computermodel door een ingenieursbureau. Het waren dus geen eigen waarnemingen van de huurder. Dit laat duidelijk zien dat uitkomsten in procedures als deze erg afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval en een woning die (te) warm wordt niet per definitie een gebrek oplevert. Recht op huurprijsvermindering De hiervoor besproken uitspraak is de meest recente (gepubliceerde) uitspraak over dit onderwerp waaruit duidelijk blijkt dat een woning die te warm wordt in de zomermaanden kan kwalificeren als een gebrek dat door de verhuurder moet worden opgeheven en de huurder recht geeft op een huurprijsvermindering. De rechtspraak op dit punt is echter niet eenduidig, zodat in zijn algemeenheid niet te zeggen is wanneer een (te) hoge binnentemperatuur een gebrek oplevert. Alle omstandigheden van het geval spelen namelijk een rol en er zijn geen vaste “regels”. Bijblijven op het gebied van huurecht? Heeft u vragen over deze wijzigingen? Tijdens de opleiding Huurrecht basis nemen de specialisten van VBTM Advocaten de wijzigingen met uw door. Huurrecht is continu in beweging en het bijhouden van kennis is onverminderd belangrijk. Naast een goede basiscursus Huurrecht, is er ook een stevige verdieping in het Huurrecht of een snelle opfriscursus Huurrecht. Heeft u de voorkeur voor een specifiek rechtsgebied zoals regelgeving rondom ZAV’s, renovaties, bedrijfsruimte en schuldsanering?
Lees meer27 juni 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
IJsseldal Wonen over het omgaan met woonfraude
Onder de digitale handtekening in haar emails staat ‘Incassoconsulent’. Maar Eudia Tjeerdsma-Mijnals is veel meer dan dat. Ze pakt ook de gevallen van woonfraude aan binnen haar corporatie. De training ‘Woonfraude’ heeft haar daarbij enorm geholpen. IJsseldal Wonen is een kleine plattelandscorporatie met zo’n 3.700 wooneenheden in bezit. In 2014 kwam Eudia er binnen als incassoconsulent om de huurachterstanden deels weg te werken. Die taak pakte ze enthousiast op en ze kreeg ook de vrijheid om de functie naar eigen inzicht in te vullen. Daarbij kwam ze in aanraking met het thema woonfraude. “Woonfraude viel eigenlijk onder mijn collega’s die woonconsulent zijn, maar zij kwamen er simpelweg niet aan toe en ik had behoefte aan meer uitdaging. Zo ben ik me dus meer gaan verdiepen in woonfraude. Het past ook wel in de rest van mijn werkzaamheden; dat hoekje van weerstand en mensen die in een lastige situatie zitten past mij wel.” Worden mensen creatiever door de tekorten op de woningmarkt? “Ja, ze gaan wonen op een manier die niet wenselijk is. Ik heb voorbeelden genoeg. Dat mensen vrienden of familie in huis nemen zonder dat te melden en daar geld voor krijgen. Of dat mensen zelf niet in de woning wonen maar die onderverhuren voor een fors bedrag. Of mensen die op een camping gaan wonen in plaats van in het huis, omdat ze zo hun uitkering of sociale voorzieningen kunnen aanhouden. Ik heb zelfs meegemaakt dat woningen die aan iemand waren toegewezen op een site voor woningruil verschenen. Het varieert enorm. Zaken die ik vooraf ondenkbaar achtte, zie ik terug in de praktijk. Ik heb in een half jaar tijd al vijf casussen met woonfraude gehad. Best veel, gezien de grootte van onze corporatie.” Hoe heeft de training jou geholpen om dit soort situaties aan te pakken? “Enorm. De training heeft mij eigenlijk alles laten zien wat er fout kan gaan bij woonfraude en hoe je woonfraude moet aanpakken. Ik ben zelf in veel van die valkuilen getrapt, maar door de training kom ik nu veel beter beslagen ten ijs. Over wat voor valkuilen heb je het dan? “Ik heb bijvoorbeeld geleerd dat je nooit een confrontatiegesprek moet voeren in de woning van de huurder. Hij voelt zich op eigen gebied sterker en dat levert vaak meer weerstand op, wat weer kan leiden tot een onveilige situatie. Laat je iemand naar je eigen kantoor komen, dan is de situatie omgedraaid. Ook de rollenspelen waren heel realistisch. Ik wist dat we een toneelstukje opvoerden, maar toch klapte ik dicht tegenover mijn tegenspeler. Dat oefenen helpt me bij het aangaan van een gesprek in het echte leven, en hoe je dat gestructureerd kunt doen zonder dicht te klappen. Je hoofd erbij houden, kalm blijven en volgens je eigen planning alles bespreken.” Heb je meer zelfvertrouwen gekregen? “Ja, ik weet nu dat ik krachtig actie moet ondernemen zodra ik heb vastgesteld dat er sprake is van woonfraude. Ik neem eerst ruim de tijd om na te denken, heb een duidelijk plan van aanpak en daar houd ik me aan. Die aanpak geeft me houvast en is ook meteen een soort blauwdruk voor toekomstige situaties, hoewel iedere situatie natuurlijk weer zijn unieke kanten heeft.” Zelf ook aan de slag met Woonfraude? De training Woonfraude focust op alle facetten van woonfraude. U leert in twee dagen signalen te herkennen en de verschillende vormen van woonfraude op te sporen.
Lees meer26 juni 2024 -
Vastgoed, Onderhoud & Beheer
“Alles over vocht, tocht en ventileren vond ik een eye-opener”
Lisette Warmerdam werkt sinds kort voor Padua Wonen. Na werkzaamheden in de reisbranche en een onderneming actief in verpleegartikelen wilde ze eens iets anders. Nu beoordeelt ze als medewerker reparatieverzoeken binnenkomende meldingen en koppelt die aan de juiste uitvoerder. De training ‘Medewerker reparatieverzoeken’ heeft haar daarbij geholpen. Ze is relatief nieuw in de corporatiesector, maar het werk bevalt haar uitstekend. “Ik wilde iets wat dicht in de buurt was maar ook geen voltijdsbaan. Ik hoorde ook al van meerdere mensen dat het een leuke organisatie was om te werken, dus heb ik gesolliciteerd en ben ik aangenomen. Het is hartstikke leuk om bij Padua te werken!” Wat doe je er dan precies als medewerker reparatieverzoeken? “Dagelijks krijg ik tussen acht en tien uur ’s ochtends telefoontjes van bewoners die met problemen in hun woning te maken hebben. Ik hoor ze aan, beoordeel de problemen en zet de juiste hulplijn uit. Dat is of de eigen dienst of een externe partij zoals een aannemer, loodgieter of elektricien. Na tienen ga ik aan de slag met de mail en meldingen die via het klantenportaal binnenkomen.” Om welke meldingen gaat het zoal? “Het zijn vooral problemen zoals lekkages door lekkende kranen, gootstenen, ventilatie en verwarming, verstopte toiletten, loszittende dakpannen et cetera.” Hoe weet je welke hulp je moet inschakelen en of hulp wel nodig is? “Daarom heb ik dus de training gevolgd. Ik heb helemaal geen technische achtergrond dus die basis moest me eerst worden bijgebracht. Dan heb ik het over zaken als vocht, tocht en schimmel, de werking van installaties. Als er iemand bijvoorbeeld meldt dat hij schimmel in huis heeft kan ik eerst doorvragen naar de oorzaak. Is het door gebruik van de woning of zijn het bouwkundige problemen? Stookt iemand wel goed en wordt er wel goed doorgelucht? Dat soort zaken kan ik eerst boven water krijgen en vervolgens zorgen dat de juiste hulp, met de juiste spullen, bij iemand voor de deur staat.” Dus je kunt mensen nu beter adviseren? “Ja, alles over vocht, tocht en ventileren vond ik een eye-opener. Daar kan ik mensen nu echt goed over adviseren. En het helpt enorm dat ik nu overal een goed beeld van heb. Als mensen bellen over hun cv-ketel of wtw-installatie weet ik precies hoe zo’n apparaat werkt en wat er moet gebeuren. Het kwartje is echt gevallen door de training en dat maakt het aan de telefoon ook veel gemakkelijker.” Voldeed de training aan je verwachtingen? “Jazeker. Het was een basiscursus maar de trainers waren heel enthousiast en gingen af en toe echt de diepte in. Erg leuk om bij te zitten en mijn mede-cursisten hebben het ook als positief ervaren. Het was ook interessant om te horen waar mensen bij andere corporaties mee te maken hebben en hoe zij dingen aanpakken. Zo had nog niet iedere corporatie een asbestkaart in de meterkast.” Doe je dingen nu anders in je werk? “Ik heb veel meer zelfvertrouwen. Ik heb de training in januari gedaan en kon meteen veel gerichter adviseren over een winters onderwerp als vocht en schimmel. Het geeft een fijn gevoel mensen precies de juiste hulp te bieden die ze nodig hebben.” Zelf ook aan de slag met je technische kennis? Wil je ook je kennis vergroten om efficiënt en effectief om te gaan met reparatieverzoeken, klachten of andere vragen? De training ‘Medewerker reparatieverzoeken’ is een stevige kennismaking met en een verdieping in bouwkunde en installatietechniek, en zet de belangrijkste problemen bij het aannemen van een reparatieverzoek op een rij. Bekijk het programma en de data.
Lees meer11 juni 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Overlast: Een corporatie is geen politieagent
Anje Tortora is mutatieopzichter en bemiddelaar overlastzaken bij woningstichting Weststellingwerf in Friesland. Ze ziet het aantal overlastzaken de afgelopen jaren stijgen, en volgde daarom de training ‘Herkennen en signaleren van ondermijning’. Met wat voor soort overlast heb je te maken? Weststellingwerf is in vergelijking met collega’s uit de Randstad een wat kleinere woningstichting met een ander klantenbestand. “Ik hoor van collega’s van de grotere woningcorporaties wel eens verhalen over de overlast die zij ervaren. Het gaat er daar een stuk wilder aan toe dan bij ons”, lacht Anje. Toch heeft ook het aspect overlast in Anjes werk langzamerhand de overhand genomen. “Vanaf 2015 zien we een stijgende lijn in het aantal gevallen. Het varieert van geluidsoverlast tot een vervuilde woning, drugsoverlast of overlast door personen met een ‘rugzakje’ of een psychiatrische aandoening. Mijn taak is om iedere overlastsituatie bespreekbaar te maken. Soms lukt het bewoners zelf om tot een oplossing te komen door alleen te luisteren en te adviseren. In veel gevallen is ook (buurt)bemiddeling een uitkomst. Het opstellen van een gedragsaanwijzing of vaststellingsovereenkomst met alle partijen is dan een goede regeling om overlast en/of burenruzie te stoppen.” ‘Ondermijning’ is een term die vaak terugkomt bij overlast. Wat is dat precies? “We komen het gelukkig niet heel vaak tegen. Je kunt het zien als het gebruik maken door een crimineel van de bereidheid van een huurder om illegale activiteiten voor hem op te knappen. Zo wordt die bewoner afhankelijk van de crimineel, met ook alle gevolgen van dien voor de rest van de bewoners in de wijk. Zo kan een bewoner bijvoorbeeld ineens veel louche mensen over de vloer krijgen omdat hij drugs dealt, een hennepkwekerij aan huis heeft of thuis pakketjes in ontvangst neemt voor anderen. Of iemand heeft een wapen thuis waarmee hij andere bewoners onder druk kan zetten. Dat doet iets met de leefbaarheid en sfeer in de wijk.” Hoe herken je problemen van ondermijning? “Het herkennen was voor mij de reden om de training ‘Herkennen en signaleren van ondermijning’ te volgen. Waar moet je op letten en hoe pak je het aan? Zeker nu georganiseerde criminele organisaties meer en meer de zwakkere huurders weten te ‘werven’ voor activiteiten. Dat lijkt vaak financieel interessant voor een huurder, maar de klussen voor criminelen zijn op lange termijn zelden lucratief. Bovendien nemen problemen bij bewoners vaak alleen maar verder toe omdat ze zich afhankelijk hebben gemaakt van een kwaadwillende derde. En in de wijk neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid verder af. Ondermijning is zowel financieel als maatschappelijk een grote kostenpost.” Wat kunnen jullie als corporatie doen om ondermijning tegen te gaan? “Wij komen zelf te weinig in de wijk om alle signalen van ondermijning op te pikken. Daarom willen we graag met opbouwwerkers samen een signaalfunctie vervullen, zij zien namelijk meer dan wij. Wij kunnen het dus signaleren, naar bewoners luisteren, tips geven en indien nodig een melding doen bij de politie of andere instanties die hulp kunnen verlenen. Als dat gedaan is trek ik mij weer terug. Ik mag de rol van de politie uiteraard niet overnemen of in de weg zitten.” Wat heb je geleerd van de cursus? “Ik heb zeker nieuwe dingen geleerd, maar het was toch voornamelijk een opfriscursus voor mij. Om te checken of de werkwijze die ik hanteer bij overlast ook de juiste is. En gelukkig kwam dat overeen. Ik kreeg in veel gevallen een bevestiging dat hoe ik ooit in een bepaalde situatie heb gehandeld, ook juist bleek. Dat is fijn. Maar het is goed om scherp te blijven en je werk tegen het licht te houden, jezelf steeds af te vragen of jouw werkwijze wel de juiste is en of het niet beter kan.” Zelf ook uw kennis vergroten? Welke vormen van ondermijning bestaan er? Hoe kunt u deze herkennen? Tijdens de training ‘Herkennen en signaleren van ondermijning’ komen deze vragen uitgebreid aan de orde. U leert ook hoe u kunt signaleren, wat u zelf preventief kunt doen en hoe u ondermijning op een zorgvuldige en veilige wijze kunt melden. Bekijk het programma en de data.
Lees meer6 juni 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Kennis over de basis van het woningwaarderingsstelsel
Wat komt er eigenlijk zoal kijken bij het waarderen van woningen? Hoe bepaal je de juiste huurprijs? Die vragen kwamen bij Richard Moes bovendrijven toen hij een project ging leiden waarbij dit onderwerp een belangrijke rol speelde. “Eerst terug naar de basis”, dacht hij bij zichzelf. De training “Woningwaarderingsstelsel” heeft hem daarbij uitstekend geholpen. En daarvan profiteert ook zijn werkgever Woonconcept. Moes werkt bij de Meppelse corporatie Woonconcept. “Ik beheer de zakelijke vastgoedportefeuille. Dat heeft op zich niet veel te maken met het woningwaarderingsstelsel, maar één van de projecten die ik onder beheer heb heeft daar wel raakvlakken mee. Ik wilde daarover graag meer weten om goed beslagen ten ijs te komen wanneer ik met andere partners binnen dat project zou overleggen. Zo wilde ik op een gelijkwaardig niveau meepraten over het hoe en waarom van bepaalde processtappen binnen hun organisatie. Wat ik dus wilde was de basis van het woningwaarderingsstelsel leren kennen.” Heeft de training je daarbij geholpen? “Jazeker. Ik vind wel dat het iets langer had mogen duren dan het dagdeel dat er nu voor uitgetrokken was. Maar verder ben ik er erg tevreden over. De opzet dekte precies de basis van het woningwaarderingsstelsel: een stukje wet- en regelgeving, de totstandkoming van de punten en enkele handvatten om in de toekomst nieuwe documentatie of publicaties over het stelsel terug te vinden zodat ik snel op de hoogte ben van nieuwe ontwikkelingen.” In de training kwamen ook verschillende verdiepende praktijkvoorbeelden voorbij. “Dat waren de momenten dat de theorie ging leven”, aldus Moes. “In de middag was er ook een woninginspecteur van een corporatie die precies liet zien wat hij zoal aantreft als hij door een woning loopt. Stap voor stap, dat is perfect om te zien natuurlijk. Zo gaf hij als voorbeeld wat hij doet als hij een zelf aangebrachte voorziening aantreft. Aan de hand van die praktijkvoorbeelden kon ik meteen toetsen of hetgeen ik in de theorie had geleerd ook direct toepasbaar was.” Die praktijkvoorbeelden werden ook door andere deelnemers ingebracht? “Ja, we zaten met verschillende deelnemers, allemaal uit andere delen van het land. Zo kwamen er verschillende casussen voorbij. Het was leuk om te zien wat er op andere plekken zoal leeft en in de tijd die we hadden hebben we veel van elkaar opgestoken. Het was fijn geweest als we iets meer gelegenheid hadden gehad om elkaars situatie verder uit te diepen, maar het was zeker geslaagd om de basis te leren kennen. En dat was mijn doel.” Dus je hebt je doel behaald met deze training? “Ik wilde een brede en goed eerste kennismaking met het onderwerp woningwaarderingsstelsel en dat is zeker gelukt. In mijn dagelijkse werk komt het niet altijd aan bod, maar ik merk wel dat deze training mij een fundament heeft gegeven waardoor ik op een gelijkwaardige manier met partners een gesprek kan voeren en kan meedenken. En dat zijn mensen voor wie het woningwaarderingsstelsel dagelijkse kost is. Dus in die zin is de training ook kwalitatief dik in orde. Ik kan meepraten, begrijp wat ze zeggen en wat ze aan het doen zijn. Dat geeft mij een zelfverzekerd gevoel, een gevoel dat ik van waarde kan zijn.” Moes heeft zelfs in zijn eigen corporatie al wat zaken aan kunnen passen. “Bij het waarderen voerden we velden in die eigenlijk geen effect hadden op het totaal aantal punten om tot een huurprijs te komen. Door het schrappen daarvan besparen we nu veel tijd.”
Lees meer6 juni 2024 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Vier handvatten bij het brengen van lastige boodschappen
Werken met klanten is er in de huidige tijd niet eenvoudiger op geworden. Meer bewoners staan onder druk door toenemende financiële problemen en/of sociale problematiek. Ook zijn mensen in het algemeen mondiger geworden, is de samenleving verhard en lijken de toch al korte lontjes zo mogelijk nóg korter. In dit blog vind je de twee belangrijkste valkuilen bij lastig nieuws en vier handvatten die helpen een lastige boodschap professioneel te brengen. Brengen van boodschappen waar je niet helemaal achter staat Tegelijk moet je als medewerker soms ook gewoon ‘nee’ verkopen, omdat zaken niet kunnen of mogen. Bijvoorbeeld omdat wetgeving het niet toelaat, omdat de gevraagde oplossing simpelweg niet kan of omdat het beleid vanuit je organisatie geen ruimte biedt. Misschien sta je soms zelf ook niet helemaal achter het organisatiebeleid. Daarbij is het goed je te realiseren dat ook het brengen van boodschappen waar je niet helemaal achter staat, bij je werk hoort. Als je in een organisatie werkt, bepaal je nu eenmaal niet in je eentje het beleid. Wees je daar bewust van en blijf altijd professioneel. De belangrijkste valkuilen bij het brengen van lastige boodschappen 1) De klant gelijk geven Uiteraard is gelijk geven geen oplossing. Het lijkt misschien de makkelijkste oplossing op dat moment, maar de rekening komt altijd later. Naast dat hiermee onbedoeld ook het lastige gedrag kan worden beloond, levert het jezelf vaak op lange termijn alleen maar meer gedoe op, omdat je hierna toch zaken moet regelen in je organisatie die niet passen binnen de kaders. 2) De discussie afkappen Een discussie afkappen is ook geen oplossing. De angel blijft zitten, de klant gaat mogelijk gefrustreerd weg en het probleem blijft onopgelost. Het is als een boemerang. Je bent wel even verlost van de situatie, maar je weet dat het probleem terugkomt op korte of langere termijn. Vier handvatten die helpen een lastige boodschap professioneel te brengen 1) Weg van de inhoud Reageer niet op de inhoud, maar ga in op het gevoel van de klant: Ik merk dat u het onbegrijpelijk vindt. Ik hoor dat u hier geïrriteerd over bent. Ik zie dat u hier boos over bent. Ik begrijp dat het heel vervelend voor u is dat u nu geen woning kunt huren. 2) Niet verdedigen, maar bij de feiten blijven Daar is helaas niets aan te veranderen. Ik zou u graag helpen, maar ik kan dit niet voor u oplossen. 3) Geef aan wat wel mogelijk is Doe dit alleen als de klant hier ook voor open staat. Ga in op alternatieven en mogelijkheden. Richt je in het gesprek op wat wel kan. Zoals bijvoorbeeld: Er zijn misschien ook betaalbare woningen voor u in de vrije sector. Wilt u die bekijken? Kent u de WMO regeling bij de gemeente al? U kunt de klacht voorleggen aan de klachtencommissie. 4) Afronden Als je merkt dat je in herhaling valt, ga dan niet verder, maar stuur aan op de afronding van het gesprek. Ik merk dat we in herhaling vallen. Ik kan u echt niet verder helpen. Het spijt met dat ik niets / zo weinig voor u kan doen. Wat ik wèl voor u kan doen, is …. Wilt u dat? Zelf aan de slag met gesprekstechnieken? Tijdens de training: Feedback geven en ontvangen leert u dit effectief aan te pakken. U ervaart hoe u uw collega of zelfs uw leidinggevende goede, constructieve feedback kunt geven, zonder de onderlinge relatie te verstoren.
Lees meer1 juni 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
De Wet betaalbare huur: de tussenstand
Met de Wet betaalbare huur (Wbh) staat er een behoorlijke verandering in huur- en verhuurland aan te komen. Er wordt – begrijpelijk – veel geschreven en gesproken over deze wet. Maar waar staan we nu precies? Tip: blijft op de hoogte van de laatste wijzigingen met Wet betaalbare huur en in het Woningwaarderingsstelsel met de training Woningwaardering Is de datum van 1 juli 2024 haalbaar? De Wet betaalbare huur is op 25 april 2024 aangenomen door de Tweede Kamer. Daarmee is het nog geen wet: de Eerste Kamer moet daarvoor ook met de wet instemmen. De Eerste Kamer heeft al laten weten geen haast te zullen maken met de behandeling van de wet en overweegt zelfs de Raad van State te vragen een nieuw advies uit te brengen over de wet. Hoewel het kabinet had beoogd de wet op 1 juli 2024 in te laten treden, lijkt dat niet meer realistisch. Het ligt meer voor de hand dat de wet, als deze wordt aangenomen, op 1 januari of 1 juli 2025 in werking treedt. Of de wet überhaupt in werking treedt, is tot de stemming in de Eerste Kamer nog onzeker. Hoewel de partijen die in de Tweede Kamer vóór de wet hebben gestemd in de Eerste Kamer samen 40 zetels (en daarmee een kleine meerderheid) hebben, stemmen fracties in de Eerste Kamer niet altijd hetzelfde als hun evenknie in de Tweede Kamer. Of de Eerste Kamer de wet zal goedkeuren, is dus zeker nog geen uitgemaakte zaak. 5 belangrijke wijzigingen van de Wet betaalbare huur De Wet betaalbare huur (en het daarmee ingediende Besluit huurprijzen woonruimte, Bhw) verandert een aantal cruciale verplichtingen van verhuurders. De belangrijkste daarvan zijn: Introductie van een gereguleerd middensegment voor woninghuur: woningen tot en met 186 punten in het Woningwaarderingsstelsel (WWS) zijn vanaf de inwerkingtreding van de Wbh prijsgereguleerd, dat wil zeggen, voor deze woningen geldt een maximale huurprijs. Het wordt strafbaar een woning te verhuren voor een hogere huurprijs dan toegestaan volgens het WWS. Nu is het nog aan de huurder om bij de Huurcommissie een lagere huurprijs af te dwingen; onder de Wbh zal de gemeente aan zowel particulieren als woningcorporaties boetes (tot thans maximaal € 103.000 bij herhaalde overtreding) op kunnen leggen. Particuliere verhuurders hebben na een derde overtreding voorts te vrezen voor de overname van het beheer (en bijbehorende huurinkomsten!) van hun foutief verhuurde woningen. Verhuurders van woningen welke op basis van hun puntenaantal in het WWS voor een huurprijs onder de geldende liberalisatiegrens hadden moeten worden verhuurd, maar welke desondanks zijn verhuurd voor een hoger bedrag dan op basis van hun puntenaantal maximaal redelijk zou zijn geweest, zijn een jaar na inwerkingtreding van de wet strafbaar als zij die woningen blijven verhuren voor een huurprijs die hoger is dan op basis van het puntenaantal maximaal redelijk zou zijn. De woning van drie of meer woningdelers zonder duurzame gemeenschappelijke huishouding beoordeeld aan de hand van het WWS voor onzelfstandige woningen (WWSO). Verandering van het WWS en het WWSO: andere waardering, toevoeging en schrapping van meerdere rubrieken. 3 nieuwe wijzigingen voor de Wbh en het Bhw De Tweede Kamer heeft een aantal wijzigingen aangebracht in de Wbh en het Bhw. De hoogtepunten daarvan zijn: Woningen met energielabels E, F en G krijgen zwaardere strafpunten (resp. -4, -9 en -15) in het WWS Ook huurders in het vrije segment kunnen, net als huurders in het sociale of middensegment, naar de Huurcommissie om hun servicekostenafrekening te laten beoordelen. De leges voor het verliezen van procedures bij de huurcommissie worden verhoogd als de verhuurder in een periode van vier jaar tijd al eerder een procedure bij de Huurcommissie heeft verloren, tot maximaal de kosten van de behandeling van het geschil (geschat op € 1.850). Bijblijven op het gebied van huurecht? Heeft u vragen over deze wijzigingen? Tijdens de training Woningwaardering passeren alle actualiteiten de revue. Huurrecht is continu in beweging en het bijhouden van kennis is onverminderd belangrijk. Naast een goede basiscursus Huurrecht, is er ook een stevige verdieping in het Huurrecht of een snelle opfriscursus Huurrecht. Heeft u de voorkeur voor een specifiek rechtsgebied zoals regelgeving rondom ZAV’s, renovaties, bedrijfsruimte en schuldsanering?
Lees meer30 mei 2024 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Projectbegeleiding: Een combinatie van harde kaders en menselijke inhoud
Juriën Dos Santos is nu nog sociaal wijkbeheerder in Leidschenveen bij WoonInvest. Hij begon in de coronaperiode, wat best lastig was. Maar inmiddels heeft hij het vak aardig onder de knie en maakt hij in maart van 2024 de volgende stap in zijn loopbaan. De leergang Sociale Projectbegeleiding helpt hem daarbij want bij WoonInvest heeft de sociaal projectleider ook taken van een bewonersbegeleider. Wijkbeheerders houden zich in het algemeen alleen bezig met woongebouwen. Bij jou is dat anders toch? “Klopt, ik heb wat bredere taken als wijkbeheerder. Ik kijk ook naar zaken als overlast en andersoortige problemen. Mijn functie is dan ook sociaal wijkbeheerder. Het gaat dus om meer dan alleen het gebouw, ook de bewoners maken deel uit van mijn werk. Het loopt een beetje parallel met enkele grote renovaties die we momenteel uitvoeren en waarbij we de bewoners door het proces heen moeten begeleiden. Daar speel ik ook een rol bij.” En daar komt de leergang Sociale Projectbegeleiding om de hoek kijken? “Ik wil graag een volgende stap zetten en inmiddels ben ik aangenomen als junior projectleider. Het belang van sociale projectbegeleiding bij die functie is groot. Veel corporaties besteden dit gedeelte namelijk uit aan aannemers, die vervolgens de communicatie met bewoners overnemen. Bij WoonInvest willen we dit weer wat meer zelf in de hand gaan houden.” Waarom besteden jullie de communicatie met bewoners niet uit? “Je ziet dat veel aannemers andere accenten leggen. Ze zijn wat meer gefocust op tijd en geld. Wij als corporatie proberen juist de mensen op de eerste plek te zetten. Je krijgt dan wat andere communicatie, iets meer inlevend en empathisch. Het wordt meer een project dat maatwerk vraagt, strakker toegesneden op de bewoner. Dat is fijn, want sommige processen zijn heel ingrijpend.” Kwam dat verschil in aanpak ook naar voren tijdens de leergang? “Tijdens de leergang lag het accent meer op het sociaal plan en hoe je dat vorm geeft. Hoe informeer je bewoners? Welke reacties kun je verwachten en hoe ga je daarmee om? Hoe ga je om met kwetsbare bewoners zoals ouderen of mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn? Al die facetten moeten meegenomen worden in het sociaal plan, want die kunnen het maken of breken.” Wat heb je dan vooral geleerd? “Ik vond het leuk dat er veel deelnemers uit allerlei delen van het land kwamen en ervaringen deelden. Daar heb ik veel van geleerd en er ook leuke contacten opgedaan. Maar het belangrijkste is dat ik nu weet hoe een sociaal plan van A tot Z wordt opgesteld. Je moet bepaalde processen doorlopen. Als je dat niet doet, kun je juridisch in de problemen komen. Dus vooral alle stappen op tijd zetten zodat je bewoners de gelegenheid geeft om te wennen aan een bepaalde planning of ze in bezwaar te laten gaan. Of de tijd nemen voor vergunningaanvragen. Dat moet allemaal goed geborgd zijn in het plan. Daarvoor hebben we een procesbeschrijving gekregen bij de leergang, wat ik heel prettig vind. Die kan ik voortaan als kapstok gebruiken dus daar heb ik de rest van mijn loopbaan nog profijt van. In het plan komen dus zowel de ‘hardere’ zaken zoals planning terug, maar het bevat ook de ‘warmere’ menselijke aspecten. Die combi vind ik leuk en nuttig.” Meer weten over deze leergang? Tijdens de leergang Sociale Projectbegeleiding frist u uw kennis van het huurrecht rondom renovatie- en herstructureringsprojecten op en wordt u meegenomen in de meest gangbare en actuele werkvormen in projectbegeleiding. De leergang biedt een verdieping op de eendaagse training Sociale Projectbegeleiding.
Lees meer21 mei 2024 -
Vastgoed, Onderhoud & Beheer
De opzichter: waakhond bij onderhoud
Alhoewel in de kern alle corporaties misschien hetzelfde lijken te doen, veroorzaakt de samenstelling van het bezit, de omvang van de corporatie, de cultuur van de omgeving en de staat van onderhoud van het bezit dat de functie “opzichter dagelijks onderhoud” ook bij iedere corporatie toch vaak weer net iets anders is ingericht. Wat doet de opzichter dagelijks onderhoud nu eigenlijk? Soms houdt de opzichter zich echt puur bezig met de “ingewikkelde” reparatieverzoeken, vaak heeft de opzichter echter ook de rol van mutatieopzichter erbij en soms komt hier ook de toezichtrol bij grotere mutatieprojecten bij. Dé opzichter bestaat dan ook niet. Iedere corporatie heeft in de functies andere nuances en klemtonen liggen. Maar ondanks de grote verschillen hebben deze opzichters in de kern dezelfde kennis nodig rondom huurrecht, beoordelen van zelf aangebrachte voorzieningen, onderhoudsprocessen, bouwmethodes en de aanpak van klachten. Doordat de opzichter in zijn of haar werk vooral in bestaand bezit aan het werk is, is ook asbest vaak een belangrijk kennisonderdeel. Het leukste én tegelijkertijd het meest lastige aspect! Tijdens de opleiding Opzichter Dagelijks Onderhoud vertellen de deelnemende opzichters mij keer op keer dat ze het contact met bewoners een van de allerleukste aspecten aan hun vak vinden. Maar tegelijk ervaren ze ook als het meest lastige aspect. Want hoe vertel je nu een bewoner dat zijn kluskwaliteiten niet helemaal op het gewenste niveau zijn en dat hij zijn wekenlange verbouwing moet afbreken? En hoe ga je met de bewoners om wanneer er asbest in een woning aangetroffen wordt? En ook belangrijk; hoe ga je zelf dan met asbest om? Want dat heeft grote risico’s en de corporatie is immers een “deskundig” opdrachtgever en kan de verantwoording niet zo maar afschuiven naar de aannemer… Snel verhuren maar wel zonder klachten graag De druk in de sector heeft ook vaak invloed op de dagelijkse werkzaamheden van de opzichter dagelijks onderhoud. De corporatie wil de woning weer snel in de verhuur nemen en de mutatietijd moet altijd korter. Het aantal klachten na de verhuur moet uiteraard minimaal blijven en de discussie over het wel of niet vervangen van een keukenblok moet gedegen en onderbouwd worden gevoerd. De verhuurbaarheid van de woning mag na de mutatie geen gevaar lopen maar tegelijk moet er ook geen onnodige kapitaalsvernietiging plaatsvinden… De opzichter is hier de waakhond op gebied van veiligheid maar moet hierbij ook vanuit het financieel kader waakzaam zijn. Onderhoudsmutaties: Need to? Of nice to? Door de onderhoudsmutaties te scheiden in “need to”, de zaken die vervangen moeten worden vanwege technische risico’s of te gedateerde elementen, en “nice to”, de aanpassingen die in overleg met een volgende huurder worden aangepakt mits dat noodzakelijk is voor de nieuwe huurder om de woning te accepteren, kan een verschil worden gemaakt in mutatieonderhoud. Sommige zaken kunnen zelfs aan de huurder worden toevertrouwd om aan te passen als hij of zij dat wil. En daar mag de opzichter ook zijn (technisch) licht over laten schijnen. Binnen kijken bij andere corporaties De hoeveelheid verschillende oplossingen en benaderingen bij de verschillende corporaties verrast mij ieder keer weer. Dit geldt overigens ook voor de vindingrijkheid van de opzichters want tijdens de theoretische onderdelen komen veel praktische zaken aan de orde. Hoe werkt dat bij jullie? En hoe zit het dan bij mijn project? Het allerleukste moment bij de opleiding is meestal de praktijkdag waarbij in de verschillende mutatiewoningen bij de deelnemers de puzzelstukjes echt in elkaar vallen, en theorie en praktijk echt bij elkaar komen. Meer weten over de opleiding Opzichter Dagelijks Onderhoud? Heb je te maken met het spanningveld tussen tijdige verhuur, klantgericht denken, het financiële belang van de corporatie en technisch verantwoord onderhoud? Deze opleiding met praktijkdag op locatie geeft je inzicht in hoe je dit kunt organiseren. Bekijk het programma en de data van deze opleiding.
Lees meer21 mei 2024