Alle artikelen
Nieuws, inspiratie, handige tips en klantverhalen.
Vakgebieden
Artikelen
-
Management
Succesvol veranderen? Yes we can!
De corporatiesector moet, net als veel andere sectoren, veranderen. De omgeving waarin corporaties hun diensten leveren zal veel dynamischer en onvoorspelbaarder worden dan we gewend zijn. Klantwensen worden steeds individueler en de overheidsmaatregelen en het economische klimaat verhogen de druk op de sector. Veranderen gaat echter niet vanzelf. Veranderen is namelijk niet voor niets een werkwoord! Problemen die zich voordoen bij “veranderen” wijten aan de organisatie of de medewerkers is niet terecht. Want mensen willen écht wel veranderen. Maar daarvoor moeten ze wel -heel logisch- het nut zien en de noodzaak voelen. De juiste, passende aanpak en strategie, een bij veranderingen intrinsiek betrokken management, een zorgvuldige analyse en helder beeld van de organisatie en de gewenste situatie zijn de sleutels tot succes. Is het warm of is het koud? Om te bepalen welke veranderstrategie en veranderinstrumenten effectief kunnen zijn bij een verandering biedt het vierkwadrantenmodel van Berenschot rondom verandering inzicht. Dit model toont de meeste effectieve aanpak voor veranderingen. Hierbij wordt rekening gehouden met zowel het type organisatie als het type verandering waar men voor staat. Er wordt onderscheid gemaakt tussen “warme” en “koude” organisaties en “warme” en “koude” veranderingen. Koude organisaties kenmerken zich door een zakelijk en doelgericht karakter terwijl bij warme organisaties samenwerking, gemeenschappelijkheid en sociale interactie meer centraal staat. Weerstand tegen verandering zijn voor koude organisaties de barrières die overwonnen moeten worden. Bij warme organisaties wordt weerstand daarentegen meer omarmd en gezien als een bron van energie en/of betrokkenheid. Bij koude veranderingen is er sprake van noodzaak en een grote mate van urgentie om te veranderen om als organisatie te overleven en is er vaak afhankelijk van de omgeving. De uitkomst van de verandering is onvoorspelbaar en leidt vaak tot incidentele ingrepen. Bij een warme verandering ontbreekt de noodzaak en wordt de verandering vaak ingegeven door een goed idee, een kans of een ambitie. De duur van de verandering is vaak langer en gaat in een meer geleidelijk tempo. Tabel: Benodigde strategieën voor de verschillende organisatieveranderingen. Corporaties meestal warm De meeste corporaties hebben een warm karakter. Medewerkers hebben gemiddeld lange dienstverbanden en ze zijn vanuit een diepe intrinsieke motivatie betrokken bij de doelgroep waarvoor ze werken. Voor de warme mensen in de sector worden de veranderingen vaak te koud aangepakt. De meeste veranderingen die corporaties en medewerkers momenteel moeten ondergaan zijn noodzakelijk en komen niet voort uit een ambitie. Die veranderingen zijn dus “koud”. De beste passende strategie daarbij is dan “transformeren”. Gezamenlijk een nieuwe visie ontwikkelen op de noodzaak tot veranderen, de te realiseren doelstellingen en de mogelijke oplossingen. En de dagelijkse praktijk? In de praktijk zien we nog vaak een strategie van interveniëren en reorganiseren. De structuur wordt heroverwogen, bedrijfsprocessen worden aangepast, openingstijden veranderen, klantportalen worden gebouwd, regisserend opdrachtgeverschap wordt geïmplementeerd en er worden reorganisaties doorgevoerd. Medewerkers in warme organisaties zullen vanuit sociaal noodzakelijk oogpunt geneigd zijn zich conformeren aan de nieuwe organisatie, maar of ze dat ook intrinsiek doen is maar de vraag (ja, zeggen, nee doen). Door daar waar mogelijk medewerkers actief te betrekken bij de strategie van “transformeren” zal de verandering meer worden omarmd en worden eventuele consequenties gemakkelijker geaccepteerd. Mensen zijn meer intrinsiek betrokken en juist dat commitment is essentieel voor de verdere ontwikkeling van de organisatie. Succesvol veranderen doe je samen! Een door Kjenning succesvolle toegepaste methode bij transformeren is het voeren van dialoogsessies. In de eerste dialoogsessie gaan medewerkers via verschillende werkvormen met elkaar in gesprek over het “Waarom, wat en hoe als afdeling”. Waarom is het ontwikkelen van de afdeling noodzakelijk? Wat betekent dit voor de richting waarheen de afdeling zich gaat ontwikkelen? Hoe kan dat gerealiseerd worden (wat is daar als afdeling voor nodig)? In de sessie worden ideeën, gedachten en ervaringen uitgewisseld. Een procesbegeleider zorgt voor een veilig gesprek met voldoende diepgang. Door met elkaar in gesprek te gaan neemt weerstand vaak af. Iedere medewerker moet aan het einde voor zichzelf bedenken wat hij/zij persoonlijk nodig heeft om de verandering vorm te kunnen geven. Tijdens de volgende dialoogsessie wordt dieper ingegaan op de eigen invloed en eigen bijdrage van de individuele medewerker. Natuurlijk worden dan ook concrete acties geformuleerd om die bijdrage verder vorm geven. De splitsing in verschillende dialoogsessies is bewust vanuit het oogpunt van het proces van informatieverwerking en gedachtenvorming. Om na de eerste sessie niet te blijven hangen in randvoorwaarden (wat hebben we nodig) maar de ontwikkeling door te zette naar de eigen rol en invloed (wat betekenen de ontwikkelingen voor mij en wat kan ík bijdragen) moeten deelnemers voldoende tijd hebben informatie te verwerken, de mogelijkheid hebben om vragen te stellen en op het geheel te reflecteren. Samen leggen we resultaten na de sessies steeds vast. De terugkoppeling biedt inzicht en concrete aanknopingspunten voor het verder ontwikkelen van de organisatie en het gedrag dat daarbij hoort. Tevens biedt het inzicht in de factoren die dit gedrag stimuleren dan wel belemmeren. En doordat medewerkers het zelf bedenken zijn de eerste weerstanden al overwonnen. Men gaat denken aan “hoe het wel kan” in plaats van “waarom het niet kan”. Ook in gesprek? Worstelt u ook met veranderingen? Wilt u medewerkers betrekken bij veranderingen en juist de kwaliteiten van collega’s benutten in veranderingen? Onze opleidingsadviseurs gaan graag vrijblijvend met u in gesprek. Neem dan contact op met ons.
Lees meer27 november 2015 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
In Nederland zou niemand hoeven tobben aldus Merlien Welzijn
Als professional heb ik dagelijks te maken met huurders die betaalproblemen hebben. In mijn diverse vriendenkring hoor ik de verhalen van alleenstaande bijstandsmoeders die tobben. Maar ook van mensen die ten prooi gevallen zijn aan een reorganisatie… en tobben. Van ZZP’ers met teruglopende opdrachten… die tobben. Van interimmers die gebonjourd zijn… en tobben. Ergens wist ik het wel. Er is veel armoede. En als je je daarin verdiept val je eigenlijk van de ene verbazing in de andere. Het CBS becijfert dat 1,5 miljoen mensen in Nederland in armoede leven. En wat het CBS becijfert is dus per definitie zonder de verborgen armoede. Dat zet je toch aan het denken, of niet? Bijstandsgerechten.nl, mijn burgerinitiatief tegen armoede, bereikt al een groot deel van deze mensen. Ze surfen met tienduizenden tegelijk op de site. Mensen die al jaren in de bijstand zitten zoeken inspiratie. Dat ene kookkunstje waarmee ze al jaren overleven komt hen de keel uit. Velen zijn simpelweg ook op zoek naar hulp want ‘Hoe was je dit varkentje?’ Simpelweg minder geld uitgeven is niet zo gemakkelijk. Korting of uitstel van betaling van je hypotheek, huur en andere vaste lasten is vaak lastig tot onmogelijk. Dus moet er bezuinigd worden op primaire levensbehoeften zoals de dagelijkse kost. Dan maar dagelijks patat?Dacht het niet! Want het is juist belangrijk om energiek te blijven. Dan blijf je in staat de volgende kans te pakken als die zich aandient. En dan heb ik het nog niet over de algemene gezondheid. Hoe dan ook: een goede en gezonde maaltijd is van vitaal belang. Hoe je dat tot op de cent nauwkeurig voor elkaar krijgt leer je via de gratis website Bijstandsgerechten of de budgetkookboeken Koken voor 4 personen voor €5 en Slim Koken: budgetrecepten en bespaartips voor het hele gezin. Boeken die eigenlijk iedereen in Nederland in de kast moet hebben staan, want armoede kan -ook in tijdelijke vorm- uiteindelijk iedereen overkomen en dan is het wel zo handig als je actieplan klaar ligt. Omdat je in principe prima kunt blijven eten, drinken en genieten van het leven doe ik het zelf nog steeds. Ik wacht niet op een aanleiding. Wie help jij op weg?Veel gemeenten en woningcorporaties geven de boeken cadeau aan hun doelgroep: rechtstreeks, via budgettrainingen, in verhuurmappen, om hun zoveeljarig bestaan te vieren, etc. Succesvolle ondernemers verspreiden de boeken eerder via voedselbanken. De boekjes kosten per stuk € 12,95. Bij bulkafname lopen kortingen op tot 40% op de inkoopprijs. Wie help jij op weg? Merlien Welzijn werkt al meer dan 10 jaar als leidinggevende op het vlak van Wonen bij diverse woningcorporaties. Als kind is zij opgegroeid in een eenoudergezin wat rondkwam van de bijstand. Later heeft zij wel eens kortstondig met werkeloosheid te maken. Haar strategieën heeft zij door ervaring verfijnd en beschikbaar gesteld aan anderen. Haar stelling: in Nederland zou niemand hoeven tobben! Merlien werd met haar initiatief Bijstandsgerechten eind oktober verkozen tot dé Libelle STER 2015. Om dit mooie initiatief verder te kunnen delen heeft Kjenning aan Merlien gevraagd over dit speciale gast-blog te schrijven. Heeft u ook een inspirerend initiatief waarmee u het verschil maakt? Laat het ons weten via mail@kjenning.nl
Lees meer27 november 2015 -
Wonen, Verhuur & Leefbaarheid
Een burenruzie: wat moet de verhuurder doen?
Buren die elkaar het leven zuur maken, het komt helaas nog wel eens voor. Van de verhuurder wordt dan meestal verwacht dat hij een oplossing biedt voor de door de buren ondervonden overlast. Bijvoorbeeld door één van de klagers te laten verhuizen of door naar de rechter te stappen. Bij een burenruzie is echter vaak onduidelijk wie de veroorzaker van de overlast is en welke huurder de verhuurder moet aanspreken. De pot verwijt de ketel. Toch betekent dat niet dat de verhuurder de burenruzie maar moet laten voor wat het is. Verhuurder aan de slag ook bij onduidelijke schuldvraagOok als niet duidelijk is bij welke huurder de schuldvraag ligt, heeft de verhuurder de plicht om maatregelen te nemen. Maar welke maatregelen moet je nemen als duidelijk sprake is van een burenruzie? Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft daar onlangs uitspraakover gedaan, waarbij VBTM de verhuurder bijstond. In deze zaak klaagden de buren over en weer over elkaar bij de verhuurder en viel niet één klager als verantwoordelijke voor de ontstane situatie aan te wijzen. De verhuurder voerde met beide huurders gesprekken, maakte afspraken en trachtte te bemiddelen. Dit leidde niet tot verbetering, zodat één van de klagers een kort geding startte om de verhuurder te verplichten tegen de andere huurder een procedure te starten met als doel ontbinding van de huurovereenkomst. Volgens deze klager had de verhuurder een grondig onderzoek moeten instellen, buurtonderzoek moeten houden en het conflict moeten oplossen, bijvoorbeeld door hem andere woonruimte aan te bieden met een verhuiskostenvergoeding. Het gerechtshof was het hier echter niet mee eens. Het stelde vast dat er sprake was van een grondig verstoorde burenrelatie waarin in ieder van de buren een aandeel had. Volgens het hof rust op de verhuurder weliswaar de verplichting om op te treden tegen onrechtmatige overlast van een huurder, dat wil echter niet zeggen dat de verhuurder iedere mogelijke (rechts)maatregel moet nemen die tot beëindiging van de overlast zou kunnen leiden. De verhuurder moet díe maatregelen nemen die in redelijkheid en afhankelijk van de omstandigheden van het geval van hem verwacht mogen worden. In de situatie waar het hof over moest oordelen waren de maatregelen van de verhuurder, bestaande uit het bevorderen van overleg en het bemiddelen tussen beide huurders, voldoende. Van een verhuiskostenvergoeding kan volgens het hof geen sprake zijn. Het hof oordeelt dat de verhuurder het probleem niet heeft veroorzaakt en aan zijn verplichtingen heeft voldaan, zodat niet valt in te zien waarom de verhuurder een verhuiskostenvergoeding aan de klager zou moeten betalen. Ook bij een wederzijdse burenruzie dus niet stilzittenDus ook bij een wederzijdse burenruzie kan de verhuurder niet stilzitten, maar de maatregelen die de verhuurder moet treffen gaan in beginsel minder ver dan in een “gewone” overlastzaak. De verhuurder zal in ieder geval een onderzoek moeten instellen om een goed beeld te krijgen van de aard van de overlast. Aan de hand daarvan zal de verhuurder moeten beoordelen welke maatregelen genomen moeten worden. In de burenruzie waar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch over moest oordelen, was het voeren van overleg en het bemiddelen tussen partijen bij het maken van afspraken voldoende. Tanja de Groot, VBTM Advocaten HuurrechtHuurrecht bij groot onderhoud, renovatie en herstructureringHuurrecht Verdieping Zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV) Woningwaarderingsstelsel
Lees meer25 november 2015 -
Communicatie & Persoonlijke ontwikkeling
Wijkgericht werken belangrijker dan ooit
Voor woningcorporaties wordt het er niet gemakkelijker op. Het imago heeft flinke deuken opgelopen, de verhuurdersheffing beperkt de investeringsmogelijkheden en de huren moeten geforceerd omhoog, ook al is dat lang niet altijd wenselijk. Volgens de ‘visie’ van Minister Blok moeten corporaties zich met name richten op de primaire doelgroep. Leefbaarheid is een taak voor de gemeente, tenzij het direct betrekking heeft op de kerntaak van de corporatie. Het zou getuigen van kortzichtigheid om hier klakkeloos genoegen mee te nemen. Corporaties hebben een groot belang bij de leefbaarheid in buurten en wijken. Zij hebben baat bij gewilde en gezonde wijken. Een gewilde wijk betekent minder mutaties, minder leegstand en tevreden bewoners. In een gezonde wijk zetten veel bewoners zich in voor de wijk en voor elkaar. Dit leidt ontegenzeggelijk tot lagere beheer- en toezichtkosten. De boodschap is dus niet: stop met aandacht besteden aan leefbaarheid, maar motiveer duidelijk waarom je het wel doet. En: formuleer heldere en meetbare doelen. Vaak wordt begonnen aan een project, zonder dat helder is wat het moet opleveren. Dan valt er achteraf natuurlijk ook niet te meten wat je hebt bereikt. Wijkgericht werken en aandacht besteden aan leefbaarheid is met name ook nú van belang omdat iedereen het heeft over de participatiesamenleving. Wat een woord, trouwens. Zeker in wijken, die de aandacht verdienen van de corporaties is het niet vanzelfsprekend dat bewoners het op eigen kracht redden. Dat betekent zorgen voor minder draaglast, zodat bewoners ruimte krijgen om de eigen problemen aan te pakken. Maar zorg ook voor meer draagkracht in de wijk. Dat levert krachtige bewoners op, die meer zelf kunnen en die er voor kunnen zorgen dat zwakkere bewoners meeliften met de sterkere. Gericht aandacht besteden aan wijkgericht werken is daarom de komende periode belangrijker dan ooit. Hans Suurmond Hans is docent van de Samenwerken in de wijk, waarin aandacht wordt besteed aan nut en noodzaak van wijkgericht werken en waarin praktische instrumenten worden aangereikt om direct mee aan de slag te kunnen.
Lees meer21 januari 2015