Blog

Wet aanpak woonoverlast lost voor corporaties niets op...Werk aan de winkel dus!

Corporaties huisvesten ook kwetsbare doelgroepen. Denk hierbij aan mensen die uit een GGZ-instelling komen, vluchtelingen (statushouders) en ouderen die steeds langer zelfstandig willen en moeten wonen. Tegelijkertijd hebben corporaties een verplichting om op te treden tegen woonoverlast. Het aantal overlastzaken dat wordt veroorzaakt door een kwetsbare huurder is in de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen tot 18.000 overlastzaken in 2015 en 2.000 ernstige incidenten aldus cijfers van Aedes.

Wat kan de verhuurder nu doen als er terecht wordt geklaagd over overlast door kwetsbare huurders?

Zoals ik in een eerder blog al beschreef, is het in principe onwenselijk dat corporaties kwetsbare huurders die overlast veroorzaken, ontruimen. Andere woonvormen voor deze kwetsbare groepen zijn nauwelijks voorhanden, waardoor de betrokken huurder meestal weer bij dezelfde of andere corporatie terecht komt. De kosten van zo’n ontruimingsprocedure zijn fors en ook de maatschappelijke schade is hoog. Het aantal ontruimingen wegens overlast neemt gelukkig al jaren af. In 2016 werden slechts 180 huurders ontruimd vanwege overlast.

Op zoek naar andere oplossingen

Er zal dus naar andere oplossingen moeten worden gezocht. De gedragsaanwijzing is een instrument dat zo’n oplossing kan bieden. Een gedragsaanwijzing (vroeger ook wel laatste kans contract, allonge, of bijzondere bepaling genoemd) bestaat uit bijzondere afspraken die met een huurder worden gemaakt om woonoverlast te voorkomen. Denk hierbij aan afspraken over bezoek in de woning, het accepteren van hulpverlening, het inrichten en onderhouden van de woning en de tuin, het houden huisdieren en dergelijke. Corporaties kunnen op drie verschillende manieren een gedragsaanwijzing overeen komen met een huurder.

Op de eerste plaats door deze aan het begin van de huurovereenkomst al op te leggen aan huurders met een overlastverleden. Ook door tijdens lopende overlastzaken tot woonafspraken te komen met de veroorzaker (de zogenaamde vrijwillige gedragsaanwijzing) en tenslotte kan de corporatie de rechter vragen om een gedragsaanwijzing op te leggen.

De Wet Aanpak Woonoverlast en de burgemeester

Ik had goede hoop dat er een vierde manier bij zou komen. De Wet Aanpak Woonoverlast geeft ook de burgemeester de mogelijkheid om buiten de rechter om een gedragsaanwijzing op te leggen, compleet met boetes bij het niet nakomen hiervan. Dit lijkt mij een zeer welkom instrument. De rol van de burgemeester bij overlast is ook logisch. De burgemeesters is er immers voor alle burgers (eigenaren en huurders) en is als geen ander in staat om alle betrokken partijen (omwonenden, politie, corporaties en hulpverlening) met elkaar te verbinden en zo voor een sluitende aanpak van overlast te zorgen. Niet voor niets zien we in een aantal grote steden nu al een stevige rol voor de gemeente bij woonoverlast; denk aan de Rotterdamaanpak en de Treiteraanpak in Amsterdam.

Ook zie ik in zo’n rol voor de burgemeester een zekere rechtvaardigheid. De overheid zorgt immers voor de sterke toename van kwetsbare huurders in sociale huurwoningen, dus dan is het niet meer dan terecht dast diezelfde overheid de problemen die hierbij ontstaan ook oplost, door instrumenten te ontwikkelen en op te treden.

De Wet Aanpak Woonoverlast biedt de corporaties niets…

Helaas biedt de Wet Aanpak Woonoverlast de corporaties niets. Alleen eigenaren die overlast ervaren kunnen zich tot de burgemeester richten, mits de gemeenteraad deze mogelijkheid in de gemeentelijke verordeningen heeft opgenomen. De gedragsaanwijzing is wel toepasbaar op zowel koop- als huurwoningen, maar bij huurwoningen moet de verhuurder eerst het nodige doen tegen overlast. Een corporatie kan, los van deze wet, via het huurcontract druk uitoefenen op de overlastgever en overgaan tot het opleggen van gedragsaanwijzingen

Kortom, de corporatie is zelf aan zet bij overlast van huurders en zij moet zelf regie nemen en houden bij het voorkomen en oplossen van overlastproblematiek.

Dit betekent in mijn ogen dat veel van de bezuinigingen op de sociale poot van corporaties ongedaan gemaakt moeten worden. Want voorkomen en oplossen moet gedaan worden door professionals, die dichtbij huurders staan, zodat problemen snel gesignaleerd worden en opgepakt, die na denken over de plaatsing van nieuwe huurders uit kwetsbare doelgroepen en nieuwe huurders, maar zeker ook omwonenden voorlichten en met elkaar verbinden. En die professionals zijn dus geen gemeenteambtenaren.

In de training Woonoverlast aanpakken gaan we uitgebreid in op de mogelijkheden die corporaties hebben om overlast te voorkomen en op te lossen.

Harry Vlaar
docent Kjenning

Datum: 21-06-2017

Delen: