Inhoud
Per 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Met de Omgevingswet is een nieuw systeem geïntroduceerd voor wat betreft de omgevingsvergunning. Waar het oude systeem voor 2024 de bouwomgevingsvergunning centraal stelde, maakt de Omgevingswet een duidelijke ‘knip’ tussen de ‘technische’ en de ‘ruimtelijke’ omgevingsvergunning. Zo is in de meeste gevallen een technische omgevingsvergunning nodig op grond van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (de opvolger van het Bouwbesluit 2012) waarin een aanvraag aan de technische eisen die gelden voor bouwwerken wordt getoetst.
Daarnaast kan een ruimtelijke omgevingsvergunning nodig zijn voor een activiteit die op basis van het omgevingsplan vergunningplichtig is gesteld (binnenplanse omgevingsplanactiviteit) dan wel niet past binnen het omgevingsplan (de buitenplanse omgevingsplanactiviteit).
Let op, samen met de Omgevingswet is ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) van kracht geworden. Deze wet heeft tot doel om meer toezicht en controle op bouwprojecten te waarborgen, met behulp van (particuliere) onafhankelijke kwaliteitsborgers.
De WKB zal geleidelijk worden ingevoerd, eerst voor grondgebonden eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden (gevolgklasse 1), waarna andere bouwwerken zullen volgen. Voor projecten die onder de WKB vallen, is geen technische omgevingsvergunning meer vereist, maar volstaat een melding.
Basiskennis gewenst
Voor het volgen van deze training is de kennis van de omgevingswet, zoals deze wordt behandeld tijdens de training Omgevingswet - basis.
Programma
- De Omgevingswet
- Omgevingsplan theorie en praktijk
- Omgevingsvergunning (de ‘knip’)
- Vergunningvrij bouwen
- Wet kwaliteitsborging voor de bouw
- Tips & tricks uit de praktijk